Monitor bijwerkingen coronavaccinatie

 

Voordat het coronavaccin gebruikt mag worden, is het uitgebreid onderzocht en getest. Maar net als bij elk ander vaccin kunnen er bijwerkingen ontstaan. Bijwerkingencentrum Lareb brengt de informatie hierover in kaart. We kijken onder andere naar welke bijwerkingen optreden, hoelang ze duren en wie bijwerkingen ervaart. Hierbij kijken we ook naar de verschillende soorten coronavaccins die gegeven worden. Het delen van jouw ervaring zorgt voor meer inzicht en informatie hierover.

Meer informatie en aanmelden

Van februari 2021 t/m maart 2022 volgde Lareb een grote groep gevaccineerde personen in een longitudinaal cohortonderzoek. Gevaccineerde personen vulde hierbij zelf na vaccinatie vragenlijsten in over het al dan niet ontstaan van bijwerkingen na de basisserie vaccins (2 vaccinaties met AstraZeneca, Pfizer, Moderna of één vaccinatie met Janssen). Gevaccineerde personen werden in totaal 6 maanden gevolgd.

Ook in andere Europese landen (n=13) werden er vergelijkbare cohortonderzoeken uitgevoerd. De data van dit Nederlandse cohortonderzoek werden samen met data uit andere landen geanalyseerd. In dit internationale onderzoek werden ook personen na vaccinatie met een booster (voornamelijk Pfizer) gevolgd. Ook werden er in het internationale onderzoek specifiek geworven onder specifieke groepen zoals patiënten met een immuunstoornis of allergie in de voorgeschiedenis en zwangere of lacterende vrouwen.

Het onderzoek is inmiddels afgerond. Het is daarom niet meer mogelijk om je hiervoor aan te melden via www.mijncoronavaccin.nl.

Download de brochure

Jouw bijdrage maakt vaccineren nog veiliger

Resultaten

Veel mensen ervaren bekende bijwerkingen na coronavaccinatie

Hoofdpijn, spierpijn, gewrichtspijn, vermoeidheid, niet lekker voelen, misselijkheid, rillingen en koorts zijn bekende bijwerkingen van de coronavaccins. Meer dan de helft van de deelnemers gaf aan hoofdpijnklachten te hebben ervaren. Lees verder in ons nieuwsbericht.

Uit het onderzoek blijkt dat mensen deze bijwerkingen vaak ervaren na de eerste vaccinatie met AstraZeneca (Vaxzevria) en Janssen (Jcovden) en na de eerste en tweede Moderna vaccinatie (Spikevax). Bij het Pfizer/BioNTech (Comirnaty) vaccin kwam deze bekende bijwerkingen minder vaak voor, zowel na de eerste als de tweede vaccinatie. Lees hier ons nieuwsbericht.

Bekende bijwerkingen bij Moderna vaker na tweede prik

Algemene lichamelijke klachten, die ook verwacht worden bij vaccinaties, worden na de tweede vaccinatie met het Moderna vaccin (Spikevax) vaker ervaren dan na de eerste vaccinatie. Bij het AstraZeneca vaccin (Vaxzevria) is dit andersom. Bij het Pfizer/BioNTech vaccin is er nagenoeg geen verschil.
Lees hier ons nieuwsbericht.

Bekende bijwerkingen vaker bij de eerste AstraZeneca vaccinatie

De bekende bijwerkingen, die ook verwacht worden bij vaccinaties, worden het vaakst ervaren bij het AstraZeneca vaccin (Vaxzevria). Bij het Pfizer/BioNTech vaccin worden deze het minst vaak ervaren. Het Moderna en Janssen vaccin zitten daar tussenin. Vrouwen en jongeren rapporteerden relatief meer van deze bijwerkingen. Lees hier ons nieuwsbericht.

Daarnaast werd gevonden dat bij vrouwen tot 65 jaar meer bekende bijwerkingen worden ervaren na het AstraZeneca vaccin dan bij Pfizer/BioNTech. Lees hier ons nieuwsbericht.

Bij vaccinatie na een COVID-19 infectie ontstaan vaker bekende bijwerkingen

Uit dit onderzoek blijkt dat mensen die al een COVID-19 infectie hebben doorgemaakt vaker algemene lichamelijke klachten ervaren na de eerste coronavaccinatie. Dit geldt voor alle vaccins. Bij het Pfizer/BioNTech vaccin (Comirnaty) is dit ook zo bij de tweede vaccinatie. Lees hier ons nieuwsbericht.

In het internationale cohort onderzoek bleek dit vooral het geval na vaccinatie met Vaxzevria als eerste dosis en bij personen die Spikevax als tweede dosis en boosterdosis kregen. Bijwerkingen traden binnen het zelfde tijdsbestek op, ongeacht of een persoon eerdere een COVID-19 infectie had gehad of niet. De duur van de bijwerkingen was ook even lang in personen met of zonder COVID-19 infectie in de voorgeschiedenis.

Vrouwen ervaren vaker bijwerkingen na coronavaccinatie dan mannen

Vrouwen hebben ongeveer een twee keer hogere kans op een bijwerking na coronavaccinatie in vergelijking met mannen. Dit verschil was het grootst na de eerste prik en voor de klachten misselijkheid en ontsteking op de injectieplaats. Lees hier ons nieuwsbericht.

Bijwerkingen na de boostervaccinatie

Er werden voornamelijk boostervaccinaties gegeven met het Pfizer vaccin en in mindere mate met het Moderna vaccin. Net zoals bij het eerste en tweede vaccinatie moment hebben vrouwen en jongere gevaccineerden meer kans op het krijgen van een bijwerking.

Rol van co-morbiditeit bij het ontstaan van bijwerkingen

De resultaten van het Nederlandse cohortonderzoek toonden aan dat de kans op het melden van een bijwerking na vaccinatie tegen COVID-19 groter is als er sprake is van bepaalde co-morbiditeiten, waaronder psychische stoornissen en endocriene stoornissen zoals diabetes mellitus. Een studie waarbij gegevens uit meerdere Europese landen samen worden geanalyseerd is op dit moment gaande. Lees hier ons (Engelse) nieuwsbericht.

Bijwerkingen bij zwangere en borstvoeding gevende vrouwen

Over het geheel genomen melden zwangere vrouwen minder bijwerkingen en lijken ze een vergelijkbaar patroon van bijwerkingen te hebben na de eerste mRNA-COVID-19-vaccinatie vergeleken met niet-zwangere vrouwen. Het patroon van bijwerkingen was vergelijkbaar tussen zwangere en niet-zwangere vrouwen, waarbij de vier meest gemelde bijwerkingen waren: reactie op de injectieplaats, myalgie, vermoeidheid en hoofdpijn. Zwangere vrouwen rapporteerden echter minder vaak bijwerkingen dan niet-zwangere vrouwen (65,9% vs. 72,4%) of specifieke bijwerkingen: misselijkheid (5,0. % vs. 7,5%), koude rillingen (2,4% vs. 6,7%), pyrexie (2,1% vs. 5,6%) en artralgie (2,3% vs. 4,2%). Myalgie werd vaker gemeld bij zwangere vrouwen, vergeleken met niet-zwangere vrouwen (29,6% versus 24,1%).

De niet-zwangere vrouwen meldden vaker dat ten minste één gevraagde bijwerking voorkomt (72,3%) dan de zwangere vrouwen (56,4%) na boostervaccinatie. Wat lokale bijwerkingen betreft, rapporteerden niet-zwangere vrouwen significant meer pijn (48,0% versus 38,8%) en meer zwelling (19,6% versus 10,1%). Wat systemische bijwerkingen betreft, rapporteerden niet-zwangere vrouwen alle symptomen vaker (bijv. gewrichtspijn, koude rillingen, vermoeidheid, hoofdpijn, malaise, spierpijn, verhoogde lichaamstemperatuur en koorts) dan zwangere vrouwen, behalve misselijkheid, die vergelijkbaar was tussen beide groepen. Bovendien kwamen gevraagde bijwerkingen vaker voor na Spikevax (Moderna) dan na Comirnarty (Pfizer/BioNtech) boostervaccins voor zwangere vrouwen (69% vs. 50,8%) en ook voor niet-zwangere vrouwen (77,4% vs. 69,8%).

Van de vrouwen die borstvoeding geven en de vrouwen die geen borstvoeding geven, meldden een vergelijkbaar percentage (respectievelijk 75,8% en 71,8%) dat er tenminste één bijwerkingen optrad na booster vaccinatie. Vrouwen die borstvoeding geven en vrouwen die geen borstvoeding geven, rapporteerden vergelijkbare lokale bijwerkingen (bijv. erytheem, hematoom, verharding, ontsteking, pijn) en systemische bijwerkingen (bijv. gewrichtspijn, koude rillingen, vermoeidheid, hoofdpijn, myalgie en pyrexie).

Menstruatiestoornissen na COVID-19 vaccinatie

Lareb analyseerde meer dan 24 000 spontane meldingen van menstruatiestoornissen en meer dan 500 episoden (onder 16 929 geïncludeerde vrouwen) van menstruatieafwijkingen in het cohortonderzoek. Uit het cohortonderzoek bleek een incidentie van 41,4 per 1000 vrouwen in de leeftijd ≤54 jaar. Amenorroe/oligomenorroe en hevige menstruatiebloedingen waren samen verantwoordelijk voor ongeveer de helft van alle gerapporteerde menstruatiestoornissen. Dit werd met name gezien voor de leeftijdsgroep van 25–34 jaar en het Pfizer-vaccin. Lees hier ons (Engelse) nieuwsbericht.

Tijd tot het ontstaan van bijwerkingen

Bijwerkingen treden meestal op binnen 14 uur bij de eerste dosis en net iets langer bij na een tweede vaccinatie of boosterdosis. Bijwerkingen herstellen meestal binnen enkele dagen, ongeacht het vaccinatiemoment. Er blijkt over het algemeen geen verschil te zijn in de gemelde duur tot het optreden van bijwerkingen in het cohortonderzoek vergeleken met spontane meldingen bij Lareb.

Publicaties

Lareb heeft ook bijgedragen aan het schrijven van een aantal artikelen over de resultaten van het vragenlijstonderzoek: